De Immentuin

Blaricum

Ambassadeur bio-div.

Rikkie Plugboer (1957) is in Bussum geboren woont sinds 1980 in het dorp Huizen. Als apothekersassistente lag haar vakgebied in de 70-er jaren van vorige eeuw dicht tegen de zorg en de natuur aan, wat prachtig aansluiting gaf aan haar persoonlijke interesses en drijfveren. Ruim tien jaar geleden besloot zij voor bijen te gaan ‘zorgen’ wat al snel werd uitgebreid tot de imkers van de Blaricumse Bijenvereniging, waarvan zij bestuurslid en secretaris werd. De vereniging, van oorsprong een afdeling van de Imker bond van de ABTB , werd in 2019 een onafhankelijke zelfstandige vereniging onder de naam Imkers Gooi & Eemland. Dat was ook het moment voor Rikkie om te kiezen voor een meer natuurlijke wijze van imkeren.

Hoe beleef je dan zo’n natuurlijke omgang met je bijen?

Zelf ziet Rikkie haar veranderde omgang met de bijen als een volgende fase in haar persoonlijke ontwikkelingsgang. Zorg voor de bijen werd van doen en ingrijpen meer een kwestie van waarnemen en begeleiden. Ik realiseerde me dat de bijen ook voor ons zorgen; ook zelfs als je geen imker bent. Wat ik van de bijen leerde kon ik weer in mijn omgang met de mensen gebruiken, zoals de bijen dat wat zij leren in de beslotenheid en duisternis van hun bijenwoning tot nut is wanneer zij buiten in het volle licht en in hun uppie de bloemen bestuiven en hun schatten verzamelen.

In de natuur, in het vrije verkeer met nauwe en verre verwanten in de insectenwereld, als solitaire bijen en hommels, zweefvliegen en vlinders, libellen en andere juffers , torren kevers mieren en ga zo maar door, leeft de honing-bij haar volwassen bestaan.

Bekijk je het verkeer aan het vlieggat van kast of korf dan zie je de overeenkomsten met je eigen voordeur die je opent of achter je dicht trekt om naar je werk te gaan, met je boodschappen thuis komt, of moe van je zorgen voor hen die op je rekenen je weer kunt opladen in de rust en geborgenheid van je eigen ‘volk’.

Hoe verhouden zich voor jou, als zorg-werker en imker, de bijen tot de zorg?

Als mens, kun je met je gedachten en de hulp van al je zintuigen een eind komen. Geuren en kleuren, en in geval van een handicap helpen je herinneringen; voelen en proeven vanuit eigen actie, terwijl geluiden en geuren vanzelf naar je toe komen. Voor baby’s en ouderen is de tastzin een belangrijke factor in het contact. De zorgende mens is zich soms niet eens bewust hoe hij of zij invloed heeft op de verzorgde.

Zo is het ook met de bij, waar de imker voor denkt te zorgen, zonder te begrijpen dat het vooral de bij is die voor ons allen, imker of niet, zorgt. Mijmeren bij het vlieggat is therapeutisch!

In 2019 rondde je de NBV cursus Ambassadeur Bio-diversiteit af. Hoe beviel je dat?

Dat beviel uitstekend. De bio-diversiteit blijkt voor veel Nederlanders nog helemaal niet zo te leven als voor ons imkers en buitenmensen. De diplomatie van de Ambassadeur is dan een welkome kwaliteit. Niemand vindt het leuk om te moeten horen wat hij allemaal verkeerd doet. Maar….

c’est le ton qui fait la musique. Goed luisteren en niet direct met de goede raad of ‘het vingertje’ doet vaak al wonderen.

Ook bevat de cursus veel feitelijke kennis van wilde planten en hun leefgemeenschappen. De plaats van de wilde dieren en diertjes daarin. Wat kan er dicht bij huis gedaan worden, of beter gelaten worden. Het sluit allemaal zo mooi aan bij waar ik al mee bezig ben met mijn ‘zintuigenherberg’ . Het bouwen aan een netwerk van mensen met overeenkomstige doelstellingen, de samenwerking en de contacten het hoort allemaal bij de zo nodige bewustwording van de waarde van onze natuur.

Erg waardevol vond ik de praktische tips voor de organisatie van activiteiten. Waar kun je aankloppen voor subsidie voor projecten. Toegangen bij gemeenten en provincie. Hoe ga je om met pressiegroepen lobby’s en belangenverenigingen. Hoe komt er uiteindelijk een besluitvorming

tot stand. De eerste groep, waartoe ik nu behoor bestaat uit 30 Ambassadeurs en een nieuwe lichting van weer 30 mannen en vrouwen heeft inmiddels de opleiding ook afgerond

Ik denk dat we gezamenlijk veel kunnen doen aan kleinschalige initiatieven voor onze eigen omgeving met alles wat daarin leeft en groeit; voor ons en onze kinderen en kleinkinderen en zij die na hen komen.